Siergrassen mogen niet ontbreken in een eigentijdse beplanting. Ze geven elke border een natuurlijke toets en zijn een lange periode decoratief. Wilt u een onderhoudsvriendelijke tuin die toch mooi beplant is? Kies dan voor siergrassen. Al vanaf het vroege voorjaar zijn siergrassen mooi, als de eerste nieuwe grassprietjes boven de grond komen. Tot ver in oktober zijn er nog sierlijke bloempluimen te zien en ’s winters blijven veel soorten nog prachtig overeind staan. U haalt de natuur in de tuin met deze sierlijke grassen, ze geven een gevoel van rust. De dikke bloempluimen zijn bovendien heel aaibaar, daar wil je altijd even aan voelen.
Siergrassen hebben veel toepassingsmogelijkheden. Als u de juiste soorten wilt kiezen voor uw eigen tuin kijk dan eerst eens naar de hoogte. De kleur van het blad is ook belangrijk: groengeel, groen, blauwgroen, rood getint of grijsgroen. Er zijn wintergroene grassen, hoge en lage soorten, grassen met een fraaie herfstkleur of een boeiend wintersilhouet. De wat hogere grassen ruisen mooi in de wind, lage wintergroene soorten zijn prima bodembedekkers en rijke bloeiers zijn het mooist voor de border.
Als u uitsluitend siergrassen kiest bestaat het gevaar dat de tuin te groen en te saai wordt. In een aantrekkelijke beplanting zal voldoende afwisseling in kleur, vorm en hoogte moeten zijn. Door grote en kleine siergrassen te combineren met andere vaste planten en enkele heesters ontstaat er toch een boeiend geheel. Mix de sierlijke grassen daarom met rijk bloeiende borderplanten.
Bij het ontwerpen van een beplanting met siergrassen is het aan te raden om vroeg bloeiende grassen vooraan in de border te zetten. Daar achter enkele middelhoge zomerbloeiende vaste planten en achteraan de laat bloeiende grassen. Plaats op de achterste rij ook nog enkele hoge vaste planten die wat later bloeien, zoals de Virginische ereprijs (Veronicastrum virginicum) en koninginnenkruid (Eupatorium maculatum ‘Atropurpureum’). Voor extra kleur in het voorjaar zijn sieruien erg leuk, bijvoorbeeld Allium aflatunense ‘Purple Sensation’. Andere sterke vaste planten die goed combineren met siergrassen zijn bijvoorbeeld duizendblad (Achillea-soorten), rode zonnehoed (Echinacea), herfstasters en duizendknoop (Persicaria amplexicaulis en P. polymorpha). Late bloeiers die voor kleur zorgen zijn asters, herfstanemonen, zilverkaars (Actaea), zonnekruid (Helenium), gele zonnehoed (Rudbeckia) en de kokardebloem (Gaillardia).
Ook Vedergras (Stipa tenuifolia) en Lampepoetsersgras (Pennisetum setaceum ‘Rubrum’) groeien prima in een pot
Veel soorten siergras groeien prima in een pot, als deze maar ruim genoeg is. Bijzonder voor het terras, met elk zuchtje wind bewegen de bladeren. Gebruik altijd verse potgrond en meng er wat scherp zand door. Geef regelmatig water en ook plantenvoeding. Zorg ook altijd voor een goede afwatering, gietwater en regenwater moet wel goed weg kunnen lopen.
Een mooi siergras voor een pot is bijvoorbeeld het vedergras (Stipa tenuissima), maar denk ook eens aan de wat onbekende Carex montana, zo’n 40 centimeter hoog met sierlijk overhangend blad. Kies voor een hoge, rechte pot bijvoorbeeld het Japans bosgras (Hakonechloa). Heeft u echt een ruime pot beschikbaar probeer dan de dwergvorm van het pampasgras, Cortaderia selloana ‘Pumila’, die 125 cm hoog wordt.
De meeste siergrassen zijn vaste planten, sterk en prima winterhard. Ze sterven ’s winters bovengronds af, in het voorjaar komen er weer nieuwe grassprietjes vanuit de wortels. Bij de meeste soorten blijven de afgestorven stengels ’s winters mooi rechtop staan. Ze zijn dan nog heel decoratief, zeker met een laagje rijp of sneeuw. Knip daarom de grassen pas in het voorjaar af, in de periode eind februari/begin maart als de eerste nieuwe sprietjes verschijnen. Een andere reden om siergrassen pas in het voorjaar af te knippen is dat er ’s winters regenwater in afgeknipte stengels blijft staan, waardoor de pol kan gaan rotten.
Siergrassen die als tuinplant aangeboden worden woekeren niet, maar de meeste siergrassen worden na verloop van tijd te groot. Door de pollen om de vijf jaar te scheuren wordt voorkomen dat ze te groot worden. Laat u de pollen te lang staan dan kunnen ze verhouten en dan is het moeilijk om ze nog uit de grond te krijgen. Het hart van de plant wordt dan ook vaak minder vol. Wilt u mooie pollen houden dan is regelmatig delen dus wel nodig. U krijgt zo meteen gratis meer planten, leuk om weg te geven of om op een andere plaats te planten. Het hangt een beetje af van de soort: smele (Deschampsia) om de 3 a 4 jaar delen en prachtriet (Miscanthus) om de 5 a 6 jaar. Rooi de hele pol op, steek hem in kleinere stukken met een scherpe spade en plant de mooiste stukken (buitenkant van de pol) dan weer terug. Dit is een klusje voor het voorjaar, knip de stengels dan meteen af. Geef ruim water, als snel zal er weer een prachtige pol siergras uit de wortels groeien.
Japans bloedgras (Imperata cylindrica ‘Red Baron’)
Prachtriet (Miscanthus sinensis ‘Ferner Osten’)
OVER TUINKEUR
ACTUEEL