Normaal gesproken nemen we in deze tijd van het jaar al een beetje afscheid van de zomer. Dit jaar lijkt de zomer pas te beginnen in september. De tuin is in deze tijd van het jaar nog prachtig, met bloeiende siergewassen en prachtige nazomerbloeiers als herfstaster, Sedum en herfstanemoon.
Het is tijd om de vruchten te plukken van de fruitbomen, waar je al het hele jaar zorg aan hebt besteed. De sierappel hangt vol met vruchten, net als de lijsterbes en Hypericum. Nu kan je ook druiven oogsten. Oogst de druiven met een stukje hout aan de trossteel. Als u de tros even bewaart, blijft de smaak beter. Het is dus volop genieten in de nazomertuin.
Misschien moet je je met dit weer niet te druk maken en gewoon relaxen en genieten van de tuin!
Heb je deze zomer ook zo genoten van de bloeiende hortensia’s? Je kan er nog langer van genieten door wat bloemtakken af te snijden en ze te laten drogen. Zet ze in een vaas en geef ze eenmalig een bodempje water.
De bloemen verdrogen dan vanzelf en vertonen een scala aan kleuren. Zo vormen ze een fraaie decoratie in huis en kan je ook binnen het zomergevoel nog even vasthouden.
Soms stuit je – in een tuin van vrienden, in een tijdschrift of een catalogus – zomaar op een plant die je graag in je eigen tuin zou willen hebben. Noteer de namen van alle planten die je graag zou willen hebben op een ‘plantenwenslijst’, zodat je – als je weer naar het tuincentrum gaat – gericht kunt kopen en thuiskomt met wat je graag wilt hebben. Zo bouw je bovendien langzamerhand aan je droomtuin. Weet je niet welke plant het is? Stuur ons je foto en we helpen je graag verder.
Heb je wensen, maar kom je niet verder met je plannen? Neem dan contact op. We helpen je graag op gang.
Bij vaste planten die mooie zaaddozen vormen, moet u de uitgebloeide stengels zeker niet afknippen. Laat ze dus bij soorten zoals Iris sibirica, I. foetidissima en Papaver oriëntale staan om van de winter van te genieten. Andere bloemzaden zijn weer een traktatie voor de tuinvogels.
Zorg dat de druiventrossen voldoende zon krijgen om te rijpen. Haal er wat blad boven weg. Snoei lange uitlopers ook alvast tot op een paar ‘ogen’ terug. Maar blijf zeker tien centimeter uit de buurt van druiventrossen, want gesnoeide ranken kunnen gemakkelijk zo ver indrogen.
Het is het handigst om oleanders (Nerium oleander) flink te snoeien als ze de winterberging in gaan. Voordeel is dat zo veel ziekteverwekkers worden afgevoerd
Als u nu vaste planten in de grond zet (in pot gekweekt kan dat overigens het hele jaar door) moet u weten hoe ze zich ontwikkelen om ze op de juiste onderlinge afstand te kunnen planten. Uniformiteit is er niet. Grond, standplaats, vocht en bezonning hebben grote invloed.
Een vuistregel voor lage vaste planten is dat ze op 20 à 25 centimeter onderlinge afstand worden geplant. Er wordt bij die groep vaak uitgegaan van 11 planten per vierkante meter. Bij middelhoge is de plantafstand 35 à 40 cm en bij hoge soorten hangt het vooral van de groeivorm af. Groeien ze breed uit of vormen ze veel overhangend blad, geef ze dan minstens een vierkante meter ruimte per stuk.
Vaste planten moeten na een bepaalde periode (vaak drie à vier jaar) worden opgerooid en gedeeld om jong te blijven en rijk te blijven bloeien. Bij soorten die heel vroeg in het jaar bloeien en verouderingsverschijnselen gaan vertonen, is het goed dat deze maand te doen. Dan hebben ze alle tijd om zich voor hun bloeiperiode te herstellen.
September is een uitstekende maand om coniferen te planten. Ze kunnen dan nog voor de winter goed beworteld zijn en krijgen geen problemen met hun ‘ademhaling’ en vochtvoorziening. Hetzelfde geldt voor andere groenblijvende gewassen die met kluit worden geleverd.
Schubconiferen zoals Thuja, Chamaecyparis, × Cupressocyparis leylandii geven over het algemeen minder problemen dan naaldconiferen (Picea, Pinus, Abies). De laatste hebben soms een verankerende penwortel die het verplanten bemoeilijkt.
Koopt u nieuwe planten van de kweker dan hoeft u daar niet bang voor te zijn. De kweker zorgt voor een compacte kluitvorm.
Wanneer u een boom wilt verplanten, kunt u als vuistregel aanhouden dat de kluit tien maal de doorsnee van de stam moet hebben.
Pioenen of pioenrozen gaan pas rijk bloeien nadat ze drie à vier jaar op dezelfde plek hebben gestaan. Als ze over voldoende voedsel kunnen beschikken, zullen ze daarna nog vele jaren rijk bloeien, maar er komt een moment dat de bloei minder wordt.
Rooi de planten dan in september, verdeel de wortels in stukken en gebruik alleen de buitenste delen met elk meerdere ogen (scheuten) om opnieuw in te planten. Plant in voedzame, iets vochtige grond en op een zonnige plek. Plant de delen zo dat ze net enkele centimeters onder het grondoppervlak zitten.
Geef uw planten nu geen voeding meer. Ze moeten zich kunnen voorbereiden op de winter.
Geef de planten deze maand nog een keer kalirijke/stikstofarme mest. Geef de planten twee weken voordat ze naar hun winterplek gaan, minder water. Vervolgens flink snoeien.
Laat zo’n twintig centimeter van de takken over en haal ook al het blad eraf. Daarna kunnen ze naar hun overwinteringsplek (een koele ruimte waar de temperatuur zo’n. 5 °C moet zijn. In het licht zal zich weer blad vormen. Geef naar behoefte water en controleer regelmatig op aantastingen.
OVER TUINKEUR
ACTUEEL