Wordt een bepaalde heester te groot of kwijnt er een plant weg in je tuin? Vraag advies aan Lieuwe Westra, vakbekwaam hovenier en adviseur bij Tuinkeur. Hij geeft antwoord op al je tuinvragen!
In de nieuwste editie van TUINseizoen is een artikel opgenomen van TuinKeur-hovenier Lieuwe Westra.
‘Ik heb al twee jaar een camelia, die in het voorjaar kleine knopjes krijgt, maar die krijgen zwarte puntjes en vallen dan af. Dus geen bloemen. Wat gaat er fout?’
Camelia is op zich niet moeilijk als hij maar op de goede plek staat; een beschutte plek in de halfschaduw (liefst aan de westkant) maar niet in de ochtendzon, want in combinatie met nachtvorst warmen de knoppen te snel op en vallen af. Ook vraagt de plant vochthoudende, licht zure grond die voldoende humus bevat. Camelia ontwikkelt zijn bloemknoppen in de late zomer en herfst; is er in deze periode een tekort aan water, dan kunnen de knoppen in het voorjaar afvallen. Verbeter daarom de grond door een laag compost of een mulch van bladeren, dennennaalden of snoeiafval (bijvoorbeeld van een haag) rondom de camelia aan te brengen, dit voorkomt dat de grond uitdroogt en brengt op termijn meer organisch materiaal in de bodem waardoor vocht beter wordt vastgehouden. Geef in droge perioden extra water. Gebruik hiervoor het liefst regenwater, want dat bevat minder kalk dan kraanwater.
‘Mijn pruimenboom gaf vorig jaar maar een handjevol pruimen, nu hangt hij weer vol vruchten. Hoe kan het dat de oogst zo wisselt?’
Vooral bij pruimenbomen komen deze zogenaamde beurtjaren vaak voor, maar het gebeurt ook bij appels, peren en kweeperen dat er afwisselend een magere en een rijke oogst is. Als een fruitboom heel veel vruchten geeft dan staat hij als het ware in de paniekstand, omdat alle energie in de vruchten gaat zitten. Dit gaat ten koste van de energie die de boom in de knoppen voor volgend jaar kan steken. Het jaar na de rijke oogst zal de boom daarom amper bloeien en vruchten geven. De energie die de boom dan over heeft, steekt hij in de knoppen voor volgend jaar, dus dat betekent weer een uitbundige bloesem en rijke oogst. Je kunt deze cyclus doorbreken door in juni-juli de vruchten te dunnen.
‘Onze druif is aangetast; veel bladeren vertonen bobbels, de onderkant hiervan is witviltig. Wat is dit en kan het kwaad?’
Deze zogenaamde galmijt, ook wel ‘de pokziekte’ genoemd, komt vaak bij druiven voor. Het is niet zeer schadelijk door de plant, maar remt bijvoorbeeld de groei en het is ook zeker geen fraai gezicht. Deze plaag overwintert in de knoppen en is goed te onderdrukken. Komt de druif in het voorjaar in blad, knip dan direct de aangetaste bladeren af en deponeer deze in de groencontainer (niet op de composthoop). De druif maakt vervolgens makkelijk weer nieuwe bladeren. Preventief tegen galmijt spuiten is dan ook niet nodig. Een plant met een optimale standplaats heeft minder last van ziektes en plagen. Zorg daarom voor een goede bemesting en geef zo nodig wat extra kalk. Gebruik eventueel een natuurlijk plantversterkingsmiddel, zodat de plant minder snel wordt aangetast door schimmels.
‘Onze Catalpa (met een natuurlijke groeiwijze) die we drie jaar geleden hebben geplant heeft een lelijke groeivorm. Drie takken groeien bijna recht omhoog, waarvan er twee een mooie zijtak hebben maar één niet. Kunnen we de boom snoeien om een betere vorm te krijgen?’
Om een mooie kroon te krijgen moet je bij een jonge boom de eerste jaren begeleidingssnoei toepassen. Hierbij verwijder je beschadigde, aangetaste en langs elkaar schurende takken en daarnaast let je op de groeivorm. Bij jullie boom is dat niet gebeurd; hij heeft nu drie toppen en doe je hier niks aan dan blijf je een lelijke boom houden. Bovendien is er grote kans dat later een of twee toppen gaan uitscheuren omdat deze topzwaar worden. Snoei daarom – bij voorkeur in oktober-november – twee toppen weg en laat de mooiste staan, deze vormt dan de hoofdstam. Verwijder de twee toppen niet helemaal maar knip ze terug tot circa 10 cm, liefst op een oog dat naar buiten wijst want daar kan een tak uit ontstaan. Hopelijk krijgt jullie boom hierdoor uiteindelijk een mooiere vorm!
‘Bij mijn voordeur heb ik een hoge kunststof pot staan met een doorsnede van 80 cm. Deze staat vanaf drie uur in de zon. Wat kan ik hierin planten dat het hele jaar mooi blijft?’
Ik vind dat je hierin geen vaste planten moet zetten, want deze bloeien slechts enkele weken. Zelfs met een hortensia, die toch lang bloeit, zit je meer dan een half jaar zonder kleur. Het gaat hier om de entree van je woning en dat moet altijd één bos bloemen zijn! Zorg daarom dat je met de beplanting met de seizoenen mee gaat. Met perkgoed heb je met gemak bijna een half jaar bloemen. Kies in het najaar voor winterviolen, die bloeien – met uitzondering van vorstperioden – tot ver in het voorjaar. Of maak een herfst-/wintercombinatie met bijvoorbeeld Skimmia, Gaultheria, Hedera, winterheide en/of zilverblad (Senecio cineraria). Daar heb je weken plezier van, ook als het vriest.
‘De bladeren van mijn magnolia zijn dit jaar gelig van kleur. Hoe krijg ik ze weer mooi groen?’
Wat veel mensen niet weten is dat magnolia’s reageren op de zuurgraad van de grond. Een magnolia houdt van lichtzure grond. Als de zuurgraad te hoog is (de grond is dan kalkhoudend), kan hij niet goed de voedingsstoffen uit de grond opnemen en dat is hier het geval. De bladeren worden geel door een tekort aan magnesium en ijzer, sporenelementen die een diepgroene bladkleur geven. Zorg daarom dat de grond rondom je magnolia weer zuurder wordt door tuinturf of compost aan te brengen. En bemest je boom vervolgens met langzaam vrijkomende mest.
‘Twee jaar geleden hebben we twee leiperen geplant. Eén doet het heel goed maar de andere heeft nu alleen nog blad aan de top. Hoe kan dat?’
Bij de aanplant van leiperen gaat het eigenlijk al vaak fout, meestal staan ze vlak naast de schutting in armetierige grond. Belangrijk is om een groot plantgat te maken (minstens 50 cm breed en diep) en door de uitgeschepte aarde goede grond of compost te mengen. Plant een leipeer niet te diep; de entplek (een verdikking onderaan de stam) moet boven de grond blijven. Wellicht is de ene leipeer slecht geplant, in ieder geval zijn de omstandigheden ter plekke niet goed. Je kunt in het najaar, na de bladval, de boom uit de grond halen en de bodem verbeteren. Zorg voor voedzame, goed doorlatende, liefst iets zure grond. Belangrijk is ook dat leiperen op een zonnige, beschutte plek staan en niet te nat, vooral in de winter. Geef bij de herplant geen bemesting want jonge peren hebben niet veel voeding nodig.
Vraag de hovenier advies!
Heb je een specifieke vraag over je tuin? Mail deze naar Tuinkeur (tuin)adviseur Lieuwe Westra (lieuwe@ tuinkeur.nl) voor gratis advies.
Lees hier het gehele artikel, zoals deze geplaatst is in het magazine:
Artikel TUINontwerp: vraag het de hovenier
Bijdrage van Lieuwe Westra: Vraag het de hovenier! – Bestel deze special via www.vipwinkel.nl.
(rechtstreeks naar dit magazine).