Dunningsnoei
Op vorstvrije dagen kunnen bij heesters (niet bij voorjaarsbloeiers) enkele oude takken bij de basis worden afgeknipt, zodat er meer licht en lucht in het binnenste van de struik komt. Niet dat het er op lijkt dat we nog vorst krijgen, maar laten we het toch even noemen. Immers het lijkt vandaag met zo’n beetje 10 graden wel voorjaar. Meer licht en lucht bevordert ook de groei van nieuwe scheuten. Bij in de zomer en de herfst bloeiende Clematis voorkomt snoeien dat de nieuwe uitlopers kaal worden.
Klimop knippen
Wegknippen van een teveel aan oud blad stimuleert de groei van jong, fris groen. Snoei ook scheuten weg van plekken waar ze beter niet kunnen groeien (op schilderwerk en onder dakranden). Dat geldt ook voor scheuten van klimmers zoals bruidssluier (Fallopia), wilde wingerd (Parthenocissus) en trompetklimmer (Campsis).
Fruitbomen
Snoei uw fruitbomen uiterlijk voor eind februari. Een latere terugsnoei kan tot bloeden (sapverlies) leiden. Denk eraan dat sterke snoei de vorming van forse scheuten veroorzaakt. Met het snoeien van steenfruitbomen, zoals kersen, pruimen, nectarines, perziken en abrikozen, wachten tot mei – juni vanwege loodglansaantasting.
Nieuw geplante hagen snoeien
Als u wilt dat een nieuw geplante haag in het naderende voorjaar goed uitloopt, moet u voor eind februari terugsnoeien. Dit geldt vooral voor soorten als liguster, meidoorn en haagbeuk (Carpinus). Bloeiende hagen (zoals Forsythia) kunt u beter pas na de bloei snoeien.
Wondbalsem
Dek wonden af met wondbalsem. Vooral bij bladverliezende soorten is de kans op schimmelinfecties groot, bij coniferen is het minder nodig. Bij coniferen altijd een takstompje laten staan, dus niet glad bij de stam afzagen. Bij loofbomen zorgen dat de kraag – de verdikking bij de takaanzet – blijft zitten.