Hoveniersbedrijven benaderden ons regelmatig met vragen over het jaarurenmodel en dan in het bijzonder de verrekening van de opgebouwde meer- of min-uren. Per 31 maart is het jaarlijkse afrekenmoment om eventuele meer-uren boven de vastgestelde jaarurennorm van je werknemer(s) af te rekenen. Hieronder de meest voorkomende vragen en antwoorden.
Moet ik de meer-uren uitbetalen?
Het korte antwoord is: ja.
De eerste 120 meer-uren worden uitbetaald tegen 100%. Boven de 120 uur geldt een percentage van 130%. In overleg met de werknemer kan de eerste 74 uur (10 werkdagen) op de verlofkaart worden bijgeschreven als bovenwettelijk verlof. Let wel, bovenwettelijke verlof-uren vervallen pas vijf jaar, na het jaar waarin de werknemer er aanspraak maakt op. Een eventueel restant – dus boven de 74 uur – dient sowieso te worden uitbetaald.
Kunnen meer- of min-uren worden verrekend in de nieuwe opbouwperiode?
Zoals hierboven beschreven kunnen de opgebouwde meer-uren deels worden omgezet in verlofuren. Het maximum is echter beperkt tot 74 uur. Opgebouwde meer-uren mogen niet worden meegenomen in het saldo van de nieuwe opbouwperiode (1 maart tot en met 31 maart van het jaar daarop). Eventuele min-uren, oftewel uren die de werknemer te weinig heeft gemaakt, dienen per 31 maart/1 april te worden kwijtgescholden en kunnen hiermee eveneens niet worden verrekend in de nieuwe opbouwperiode.
Kan ik min-uren verrekenen met het vakantiesaldo van de werknemer?
Het saldo vakantiedagen is een recht van de werknemer. Zoals hierboven beschreven kunnen de opgebouwde meer-uren deels worden omgezet in verlofuren. Min-uren mogen niet worden verrekend met het verlofsaldo. Deze min-uren komen dus voor rekening van de werkgever.
Conclusie: opletten of sparen!
Gedurende de opbouwperiode heb je als ondernemer behoorlijk “speelruimte”. Eventuele opgebouwde meer-uren kunnen bijvoorbeeld ten tijde van onwerkbaar weer eenvoudig worden ingezet. Het initiatief daartoe ligt bij de werkgever. Is de opbouwperiode op 31 maart voorbij, dan ben je gebonden aan de cao-bepalingen voor afrekening (artikel 19 cao hoveniersbedrijf). Dat betekent dat je gedurende het jaar goed moet opletten. Enerzijds dat er geen min-uren ontstaan op 31 maart (die je moet kwijtschelden), anderzijds is het zaak om in de gaten te houden of er niet een (enorm) saldo meer-uren ontstaat. Wordt hier geld voor gereserveerd, dan is er niet zoveel aan de hand. De praktijk is vaak dat dit niet gebeurt…
Vragen? Neem dan gerust telefonisch contact op via 0528 – 331678 of stuur een e-mail.