Per 31 maart 2025 eindigt de huidige opbouwperiode van het jaarurenmodel. Het jaarurenmodel biedt werkgevers de mogelijkheid om werknemers in drukke periodes meer te laten werken en in rustige periodes minder.
Maar wat als er het afgelopen jaar geen rustige periodes zijn geweest en volop is doorgewerkt? Als jouw werknemers veel uren ‘in de plus’ staan, de zogenoemde meer-uren, dan moet actie ondernomen worden. Deze meer-uren moeten op 31 maart namelijk verplicht afgerekend worden.
Wat te doen?
- Check per medewerker hoeveel meer-uren zij hebben opgebouwd;
- Bekijk welke acties je onderneemt:
- Uitbetalen
De eerste 120 meer-uren worden tegen 100% uitbetaald. Alle uren boven het 120e uur worden tegen 130% uitbetaald. Dit kan dus flink in de papieren lopen. - Uren meenemen naar de volgende periode
Naar keuze van de werknemer kan maximaal 88,80 uur (12 dagen) worden bijgeschreven op zijn verlofkaart. Deze uren gelden als bovenwettelijke vakantie-uren. Houd er rekening mee dat de opbouw van (vakantie)uren in het nieuwe seizoen gewoon doorgaat. Als onvoldoende vrij wordt genomen of gegeven is het probleem nog niet opgelost. Daarnaast verjaren bovenwettelijke vakantie-uren pas 5 jaar na het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. In dit geval dus pas in 2031!
Bovenstaande opties zijn natuurlijk ook te combineren.
Slim werken
Medewerkers tijdig vrijaf geven kan in sommige gevallen voordeliger zijn en meer opleveren dan een week werken. Dit gaat tegen alle gevoelens van ondernemers in, die het liefst elke week vol werk plannen.