Cao houdt gemoederen bezig
In cao-onderhandelingen zijn de tegenstellingen tussen werkgevers en werknemers meestal duidelijk, zeker als het gaat om loon. Kort door de bocht gezegd: werknemers willen graag een beetje meer zien op hun loonstrook; werkgevers houden het liefst de hand op de knip. Maar ik neem een andere tegenstelling waar in de huidige marktontwikkelingen en cao-onderhandelingen: die tussen grootgroen en fijngroen.
Over de cao is al voldoende gezegd en geschreven. Toch lijkt het kennispeil over de precieze cao-perikelen laag. Tijdens onze TuinKeur-najaarsworkshops wist slechts een handjevol van de ruim 200 aanwezige hoveniersbedrijven de huidige situatie te benoemen. Een extra reden dus om hier aandacht voor te vragen.
De voorstellen van de bonden CNV en FNV en het tegenvoorstel van Koninklijke VHG namens de werkgeversleden lopen fors uiteen. Het einde van de looptijd van de oude cao, die tot en met 30 juni 2023 geldig was, ligt inmiddels ver achter ons, maar tot op heden hebben we nog geen nieuwe mogen verwelkomen.
- vanaf 1 september 2023: + 3%
- vanaf 1 januari 2024: + 3%
- vanaf 1 juli 2024: + 2%
Domper voor iedereen
Daarnaast, minstens zo belangrijk, is het ook een domper voor werknemers. Zij wachten op overeenstemming, terwijl ze privé worden geconfronteerd met stijgende kosten. En laten we wel wezen – zoals zo mooi verwoord in de film bij het 100-jarig bestaan van de VHG -: ons grootste kapitaal op de balans zijn onze mensen. Het antwoord op de vraag of het voorstel van de werkgevers goed of goed genoeg is, is vooral afhankelijk van aan wie je het vraagt.
De feitelijke situatie met betrekking tot de inflatie en de cao-voorstellen van VHG, Cumela en gemeenten blijken uit deze weergave van de cijfers op jaarbasis.
Uit de tabel blijkt ook wat er de afgelopen jaren in de verschillende cao’s is gedaan om de koopkracht te repareren
Regelmatig horen en zien we dat personeel overstapt naar een gemeente (en dus de Gemeente-cao). Waarom mensen overstappen? Naast het argument werkdruk hoor je ook steeds vaker de behoorlijke financiële voordelen die werken bij een gemeente opleveren. Behalve het (start)salaris vormen ook de extra’s die deze cao biedt een reden om over te stappen.
We gaan nu dieper in op de verschillen tussen fijnhoveniers en grootgroen.
Ontwikkelingen fijnhoveniers
Fijnhoveniers zijn afhankelijk van mensen die breed inzetbaar zijn, zelfstandig kunnen werken en een brede vakgerichte kennis hebben van planten, materialen en machines. Daarnaast vereist het werken in de consumentenmarkt communicatieve vaardigheden. Wij ondersteunen ook bij de werving personeel, en horen regelmatig van werkgevers dat ze met de huidige cao-afspraken hun mensen niet (meer) kunnen boeien en behouden. Zeker als het gaat om potentiële werknemers uit een andere branche, de zij-instromers, worden de verschillen zichtbaar.
Ik vraag mij dus af of de belangen van de twee groepen nog wel hetzelfde zijn. Zijn de werkzaamheden van fijn- en grootgroen inmiddels niet zo verschillend dat de cao-functies en -loonschalen niet meer een-op-een toegepast kunnen worden? Kunnen we nog wel volstaan met één cao? Wordt het misschien tijd dat de eisen die beide sectoren aan werknemers stellen meer gewogen en gewaardeerd worden? Moeten we over op een andere functiewaardering?
Afwijken van de cao
De ontwikkelingen in de markt hebben als gevolg dat ondernemers in het fijngroen steeds meer afwijken van de norm. De gedachte erachter is logisch: personeel behouden, werven én jongeren enthousiasmeren voor het vak. Maar het is niet wenselijk om dan maar van de cao af te wijken of zomaar iets te doen. Dan krijgen we een soort ‘cowboytaferelen’, waarbij bedrijven elkaars personeel ‘overkopen’ en tegen elkaar opbieden. De rust die een goede cao biedt, is dan ver te zoeken.
Dan krijgen we cowboytaferelen waarbij bedrijven tegen elkaar opbieden. De rust die een goede cao biedt, is dan ver te zoeken
Groot verschil?
Nu hoor ik je denken: is er dan zo’n groot verschil tussen grootgroen en fijnhoveniers? Mijn antwoord is: ja. Voor mij is het overduidelijk dat er verschillen zijn wat betreft werk en aanpak. De werkzaamheden en de prijsontwikkeling in het grootgroen kennen zo hun eigen dynamiek en speelveld, heel anders dan in het fijngroen in de particuliere sector. Contracten worden meestal gegund door middel van openbare aanbestedingen. Vaak gaat het om meerjarige contracten, waarbij alleen geïndexeerd mag worden volgens het CPI of een andere voorgeschreven indexering die bepaald wordt door de opdrachtgever. Ontwikkelingen in en stijgingen van personeelskosten zijn in ieder geval vaak uitgesloten in contracten.
Onderstaande inschrijving voor werk in de gemeente Arnhem maakt pijnlijk duidelijk wat ik bedoel. Het gaat om een geanonimiseerde openbare aanbesteding.
Inschrijving werk gemeente Arnhem
Als je bovenstaande resultaten op je laat inwerken, wordt mijn pleidooi voor een afwijkende c.q. aangepaste cao wellicht duidelijk. De belangen van grootgroen en fijnhoveniers liggen sterk uiteen.
De belangen van grootgroen en fijnhoveniers liggen sterk uiteen
Gewijzigd voorstel voldoende?
Natuurlijk moet je verder kijken dan de salarissen alleen om het huidige cao-voorstel te kunnen beoordelen. Opleidingen, ontwikkelingsmogelijkheden, pensioen, reiskosten en meer spelen eveneens een belangrijke rol. Ook als het gaat om die zaken wilden wij een vergelijking maken met andere cao’s waarmee we wellicht concurreren; denk aan de bouw, de techniek of gemeenten. Bij de voorbereiding van dit stuk hebben we een aantal cao’s naast elkaar gelegd en geprobeerd om in het woud van regels, wegingsfactoren en schaalindelingen een lijn te ontdekken, meer dan alleen de salarissen. Mijn conclusie: zelfs met een universitaire studie eindig je met meer vragen dan antwoorden.
Wat moet er gebeuren?
Nu we geen algemeen verbindende cao meer hebben voor de gehele branche, komen de verschillende belangen steeds meer op de voorgrond. Het wordt meer ieder voor zich. Niet-VHG-leden hebben de ruimte om hun eigen arbeidsvoorwaarden vast te stellen (mits ze niet in bestaande arbeidscontracten naar de cao hebben verwezen). De cao is medio 1995 ontstaan uit twee voorgaande cao’s van voorgangers van de huidige VHG. Dat is al een poosje geleden. Zouden de ontwikkelingen in de branche en op de arbeidsmarkt geen redenen zijn om het geheel eens tegen het licht te houden? Anders gezegd, met een citaat van de dichter Francis Picabia: ons hoofd is rond zodat ons denken van richting veranderen kan.